www.peterdebruin.net

Het ontwaken van de ziel

Tot de Ene, de Volmaaktheid van Liefde, Harmonie en Schoonheid, het Enige Wezen, verenigd met al de verlichte zielen die de belichaming vormen van de Meester, de Geest van Leiding.

Men ziet dat er een ontwaken is van kindertijd tot jeugd, en van jeugd tot volwassener leeftijd; en in deze ontwikkeling verandert iemands gezichtspunt, verandert iemands kijk op het leven. En dan ziet men dat iemand soms door een ziekte of een groot lijden gegaan is, en dat daarna de hele kijk op het leven veranderd is. Men ziet ook dat een mens een lange reis gemaakt heeft, na afloop waarvan die persoon geheel veranderd is. Ook ziet men dat na een vriendschap, na een leerlingschap, na een huwelijk, er een plotselinge verandering in de kijk van een persoon komt. Wanneer we dit bekijken zien we dat er gevallen zijn waarin de verandering zo groot is dat men zeggen kan dat de persoon helemaal een nieuwe persoon geworden is. En dan zien we dat we zulke veranderingen die een ontwikkeling genoemd kunnen worden in drie klassen kunnen indelen: één klas heeft betrekking op de fysieke ontwikkeling, een andere klas is verbonden met de ontwikkeling van het verstand, en de derde klas met de ontwikkeling van de ziel. Er zijn gevallen in het leven van velen die dat maar zelden zullen zeggen of toegeven, dat zij ervaringen in hun kindertijd kunnen ophalen toen in één ogenblik tijd hun hele kijk op het leven veranderde. Daar rijping het gewenste resultaat is, is het resultaat van ieder doel in het leven om te rijpen en te ontwikkelen. Daarom is de vervulling van 's levens bedoeling te verwachten in het ontwaken van de ziel.

En nu kan men vragen: wat zijn de tekenen van het ontwaken van de ziel? Het eerste teken van het ontwaken is net als de geboorte van een kindje. Het kindje is vanaf zijn geboorte geïnteresseerd om iets te horen, ieder geluid dat komt, en iets te zien – of het nu een kleur of een licht is, wat ook, het trekt aan. En daarom wordt een persoon wiens ziel ontwaakt is wakker voor alles wat hij ziet en alles wat hij hoort. Vergeleken met die persoon lijkt ieder ander met open ogen te zijn en toch niet te zien, met open oren en toch niet te horen. En daarom zijn er velen met open oren maar zelden iemand die hoort, en velen met open ogen maar zelden iemand die ziet. Het is daarom dat het natuurlijke zien van de ontwaakte ziel helderziendheid genoemd wordt, en het natuurlijke horen van de ontwaakte ziel helderhorendheid. Daarom is er een eenvoudig woord, dat is 'de ziener'; en dat woord legt uit dat hij ogen heeft, maar daarbij ook een gezichtsvermogen. Zodra de ziel ontwaakt is, spreekt muziek die ziel aan, raakt poëzie haar aan, bewegen woorden haar, heeft kunst een invloed op haar. Zij is niet langer een slapende ziel, zij is wakker en begint het leven in een vollere mate te genieten. Het is dit ontwaken van de ziel waarover de bijbel zegt, dat tenzij de ziel opnieuw geboren wordt, zij het koninkrijk der hemelen niet kan binnengaan. Het 'opnieuw geboren worden' betekent dat de ziel ontwaakt nadat ze op aarde gekomen is. En 'het koninkrijk der hemelen binnengaan' betekent dat hetzelfde koninkrijk, deze wereld waarin we nu staan, verandert in de hemel zodra het gezichtspunt veranderd is. Is het niet interessant, en is het niet heel schitterend om te bedenken dat dezelfde aarde waar we op lopen, aarde is voor de ene persoon en hemel voor de andere? En het is nog interessanter om te merken dat wij het zijn die haar veranderen, van aarde tot hemel. En deze verandering komt niet door studie, niet door iets anders, maar alleen door één ding en dat is het veranderen van ons gezichtspunt. Ik heb mensen zien zoeken naar de Waarheid, zien studeren in boeken over haar, mensen hebben honderden boeken geschreven over theologie, en aan het eind staan ze op dezelfde plek waar ze voordien stonden. Dat toont dat alle uiterlijke inspanningen voorwendsels zijn, ze zijn uiterlijk, er is maar één ding dat iemand tot vóór de werkelijkheid brengt, en dat is het ontwaken van de ziel.

Alle tragedie van het leven, alle ellendes, alle disharmonie en wanbegrip wordt door één ding veroorzaakt, en dat is gebrek aan begrip, en gebrek aan begrip komt van gebrek aan 'doordringing'. Wanneer men niet ziet vanaf het gezichtspunt dat men behoort te zien, dan wordt men teleurgesteld omdat men niet kan begrijpen. Het is niet dat de uiterlijke wereld ons moet helpen om beter te begrijpen; wij behoren onszelf te helpen om het leven beter te begrijpen.

En dan is er een verder ontwaken, en dat verdere ontwaken is een voortzetting van ditzelfde ontwaken dat ik het ontwaken van de ziel heb genoemd. En het teken van dat ontwaken is dat de ontwaakte mens op ieder persoon en op ieder voorwerp een licht werpt, een licht van zijn ziel, en dat voorwerp, die toestand, ziet in dat licht. Het is zijn eigen ziel die een toorts in zijn hand wordt, het is zijn eigen licht dat zijn pad verlicht. Het is net als het werpen van een zoeklicht op donkere hoeken die men eerst niet zag, en de hoeken worden helder en weer verlicht. Het is als het werpen van licht op problemen die men eerst niet begreep, het is als het doorzien met röntgen-stralen van personen die eerst een raadsel waren.

Omdat het leven helder wordt voor de ontwaakte ziel, toont het een ander blijk, en dat is dat elk aspect van het leven communicatief met hem wordt. De gedachte is dat het leven communicatief is, dat de ziel communicatief is, maar zij communiceren niet voordat een mens ontwaakt is. Wanneer de ziel ontwaakt is, wordt ze communicatief met het leven. Ik had als jongeman een groot verlangen om de plaatsen van heiligen te bezoeken, van grote leraren. En met al het verlangen om iets van hen te horen, hun iets te vragen, hield ik altijd mijn tong in en zat rustig in hun tegenwoordigheid. En ik had een grotere bevrediging, en voelde een grotere zegening door daar rustig te zitten, dan wanneer ik met hen gediscussieerd en geredeneerd en gesproken had. Want ik voelde uiteindelijk dat er een communicatie was, een communicatie die meer bevrediging gaf dan zulke uiterlijke discussies en argumenten van mensen die niet weten waarover ze spreken. Want het was verlichtend, het was verfrissend, en het gaf die kracht en inspiratie waarmee men het leven in een beter licht kan zien.

Zij die ontwaakt zijn, zij worden lichten, niet alleen lichten voor henzelf maar ook lichten voor anderen. En in hun licht, iemand weet het misschien niet, maar hun tegenwoordigheid zelf helpt om problemen die heel moeilijk zijn, makkelijk te maken. Dit doet ons het feit begrijpen dat, zoals de schriften zeggen, "De mens is licht", een licht waarvan de oorsprong, de bron, goddelijk is. En wanneer dit licht hooggeheven wordt, dan wordt het leven heel anders. Verder, als de ziel ontwaakt is, dan wordt de toestand als die van een mens die midden in de nacht zit temidden van honderden en duizenden mensen vast in slaap. Zijn afbeelding is dat hij onder hen zit, onder hen staat, hij kijkt naar hen, hoort hun zorgen en tegenslagen, en hun toestanden – honderden van hen die rondgaan in hun slaap, in hun eigen droom, niet ontwaakt voor de toestand van de ander, die naast hen is; zij kunnen vrienden of verwanten zijn, bekenden of vijanden, wat hun relatie ook is, zij weten weinig van elkaar, ieder opgenomen in zijn eigen zorgen. Deze ontwaakte ziel, midden onder hen staande, zal naar ieder luisteren, zal ieder zien, zal alles inzien en begrijpen wat zij denken en voelen, maar zijn taal begrijpt niemand, zijn gedachte kan hij aan niemand uitleggen, hij kan niet verwachten dat iemand zijn gevoel zal voelen. Hij voelt zich eenzaam, en niets anders kan gevoeld worden. Ongetwijfeld ligt er in deze eenzaamheid een gevoel van volmaaktheid, want volmaaktheid is eenzaamheid.

Wanneer er gezegd wordt dat de apostelen alle talen kenden bij de neerdaling van de Geest, dan is dit kennen van alle talen niet als het kennen van de talen van alle landen. Zij kenden de taal van de ziel. Want er zijn meerdere talen die in verschillende landen gesproken worden, maar talloze talen die door elk individu als zijn speciale taal gesproken worden. En dat laat ons een andere gedachte van heel groot belang begrijpen, en dat is dat de uiterlijke taal enkel uiterlijke dingen en gevoelens kan overdragen, maar dat er een innerlijke taal is, een taal die kan worden verstaan door zielen die ontwaakt zijn. Het is een universele taal, een taal van trillingen, een taal van gevoel, een taal die het meest innerlijke zintuig raakt. Om deze bewering te steunen zal ik zeggen dat hitte en koude verschillende gevoelens zijn die in verschillende landen met verschillende namen genoemd worden, maar tegelijk is het innerlijk hetzelfde gevoel. En dan is er liefde en haat, vriendelijkheid en onvriendelijkheid, harmonie en disharmonie, al deze woorden worden verschillend gesproken in verschillende landen, maar het gevoel is dezelfde ervaring voor elk mens. Wanneer we om de gedachte van een ander mens te kennen afhankelijk zijn van zijn uiterlijk woord, dan slagen we er vast niet in om te begrijpen, omdat we de taal van die persoon misschien niet kennen, maar als we van ziel tot ziel met een ander persoon kunnen communiceren, dan kunnen we zeker zijn bedoeling begrijpen. Want voor hij één woord zegt, heeft hij het in zichzelf gezegd; en dat woord bereikt ons voordat het uiterlijk uitgedrukt wordt. Voordat het woord komt spreekt de uitdrukking (lees: de gedachte); voordat de gedachte gevormd is, spreekt het gevoel erover. En dit toont dat een gevoel een gedachte vormt, een gedachte die verschijnt als spraak; dat zelfs daarvóór er een gevoel bestond en het zelfs daar opgevangen kan worden wanneer iemand met de ziel kan communiceren. Dit is wat communicatie genoemd wordt - het communiceren met het innerlijkste wezen van de persoon. Maar wie kan communiceren? Degene die weet hoe met zichzelf te communiceren, degene die ontwaakt is, in andere woorden. En wat wordt de persoonlijkheid van een ontwaakte ziel? De persoonlijkheid van een ontwaakte ziel wordt verschillend van elke persoonlijkheid. Zij wordt magnetischer, want de levende persoon is degene die magnetisme heeft, het dode lichaam heeft geen magnetisme; het is de levende die vreugde brengt, en daarom is het de ontwaakte ziel die vreugdevol is.

En denk nooit voor een moment, zoals velen zich verbeelden, dat een geestelijk persoon betekent een zeer treurig persoon, opgedroogd, met een lang gezicht. Geest is vreugde, geest is leven; en wanneer die geest ontwaakt is, is er al de vreugde en genoegen die daar bestaat. Zoals de zon alle donkerte wegneemt, zo neemt geestelijk licht alle zorgen en ongerustheid, twijfels, weg. Als geestelijk ontwaken niet zó kostbaar is, waartoe dient het dan het te zoeken in het leven? Een schat die niemand van je kan wegnemen, een licht dat altijd zal blijven en nooit zal worden geblust, dat wordt geestelijk ontwaken genoemd, wat de vervulling is van 's levens doel. Zeker, de dingen die een persoon eens gewaardeerd heeft en als belangrijker beschouwde worden minder belangrijk, dingen verliezen hun waarde, en dingen die mooi zijn verliezen hun kleur. Het net als het toneel zien in het licht van de zon – al de grote paleizen en decors op het toneel betekenen niets.

Ongetwijfeld neemt dit de slavernij weg waar iedereen in geplaatst is, omdat men meester wordt over de dingen van deze wereld, maar daarbij hoeft hij ze niet op te geven. Optimisme ontwikkeld op natuurlijker wijze, maar een optimisme met open ogen; een macht wordt vergroot, een macht om dingen te bereiken, en totdat iemand iets bereikt heeft, zal hij er naar streven totdat het bereikt is, hoe klein het ook is.

Het is erg moeilijk, zoals ze in de Oosterse taal zeggen, om een ontwaakte ziel te beoordelen. Want er is uiterlijk niets dat aan jou kan bewijzen dat deze persoon een ontwaakte ziel is. De beste manier om een ontwaakte ziel te zien is zelf te ontwaken. En niemand in de wereld kan voorgeven wakker te zijn wanneer hij nog slapend is; want een klein kind zal, als hij een snor op zijn gezicht plakt, niet bewijzen een volwassen man te zijn. Elke andere pretentie zal aanvaard worden, maar niet deze van de ontwaakte ziel, want deze is een levend licht en niemand kan voorgeven het te zijn. Want als er enige Waarheid is, ligt de Waarheid in het ontwaken van de ziel, want Waarheid wordt geboren in het ontwaken van de ziel.

De waarheid wordt niet geleerd, de Waarheid wordt ontdekt. Heel vaak doen mensen moeite, maar die moeite is vergeefs, om te proberen iemands vriend of dichte relatie, die men liefheeft, te doen ontwaken. Want in de eerste plaats weten wij niet of die persoon meer ontwaakt is dan wij, dan zouden we vergeefs proberen. En aan de andere kant is het mogelijk dat iemand slaapt en hij die slaap nodig heeft. Wekken zou dan een zonde in plaats van een deugd zijn. Het is ons enkel toegestaan onze hand uit te steken naar degene die van zijde verandert, die verlangt te ontwaken; alleen dan wordt een hand gegeven. En dit geven van de hand is wat we, met een esoterisch woord, initiatie noemen. Ongetwijfeld, uiterlijk kan een leraar die vertrouwd is met dit pad een hand geven aan degene die wenst te reizen, maar innerlijk is er de Leraar die een hand geeft en die aan ontwakende zielen altijd een hand heeft gegeven en zal geven. Het is dezelfde hand die de wijzen en meesters van alle tijden in een hogere initiatie heeft ontvangen. Waarlijk, de zoeker zal vroeg of laat vinden, als hij slechts standvastig op het pad blijft tot hij op zijn bestemming aankomt.

(Vertaling Peter Azim de Bruin, 1994)